Nog regelmatig goed voor een discussie: heeft het exterieurkenmerk kruisligging verband met de vruchtbaarheid van de koe? De vruchtbaarheid van koeien met oplopende kruizen zou slechter zijn. Zo slecht, dat sommige fokkers bij hun stierkeuze rekening houden met de fokwaarde kruisligging om de vruchtbaarheid op het bedrijf te verbeteren.
Relaties tussen kenmerken
Veel kenmerken hebben een relatie met elkaar. Die verbanden tussen kenmerken zijn zinvol, omdat informatie van het ene kenmerk iets kan zeggen over een ander kenmerk, zelfs als we van dat andere kenmerk geen informatie hebben. Zo zegt interval afkalven tot eerste inseminatie bijvoorbeeld al heel veel over tussenkalftijd, zonder dat we hoeven te wachten tot het kalf daadwerkelijk geboren is.
Fenotype versus genotype
Het is belangrijk onderscheid te maken tussen fenotype (de ‘buitenkant’ van de koe) en genotype (de genen of ‘binnenkant’ van de koe). Het verschil is dat het fenotype (buitenkant) bepaald wordt door genotype én omgevingsfactoren, terwijl het genotype ‘alleen’ bestaat uit het DNA van het dier.
Wanneer er een fenotypisch verband is tussen twee kenmerken, is er een verband tussen de meting van het ene kenmerk (de score kruisligging) en de meting van het andere kenmerk (vruchtbaarheid).
Wanneer er een genetisch verband is tussen twee kenmerken, is er een verband tussen de fokwaarde van het ene kenmerk en de fokwaarde van het andere kenmerk. Anders gezegd: dan worden beide kenmerken (deels) beïnvloed door dezelfde genen.
Hoe zit het met kruisligging en vruchtbaarheid?
Uit de cijfers van CRV blijkt dat er geen aantoonbaar verband is tussen kruisligging en dochtervruchtbaarheid (zowel fenotypisch als genetisch). Kruisligging zegt dus niet in directe zin iets over hoe vlot een koe drachtig wordt.
Kruisligging en afkalfgemak
Toch kan het wel zin hebben om kruisligging te betrekken in de fokkerij-beslissingen. Dieren met oplopende kruizen kunnen te maken krijgen met moeilijkere geboortes of problemen als urine die in de schede blijft staan. Door kruisligging gericht mee te nemen in de paring, kunnen deze specifieke problemen teruggedrongen worden.
Wat we hieruit concluderen
Er is dus géén direct verband tussen kruisligging en vruchtbaarheid. De genen die zorgen voor een oplopend kruis, zijn niet de genen die de koe vruchtbaar maken (die de eisprong regelen, die zorgen dat ze tocht laat zien of dat de baarmoeder gezond is). Ook hebben koeien met oplopende kruizen nauwelijks slechtere vruchtbaarheidsresultaten dan koeien met aflopende kruizen. Wel zien we dat koeien met oplopende kruizen iets meer kans hebben op moeilijke geboorten. Wilt u rechtstreeks fokken op vruchtbaarheid, dan is selecteren op het kenmerk dochtervruchtbaarheid het meest effectief.
Geschreven door: Animal Evaluation Unit
Dit blog is op 10 februari aangepast naar aanleiding van opmerkingen van lezers.
08 februari 2016 (peter) Schreef:
Genetisch zal het wel kunnen kloppen, maar koeien met een oplopend kruis hebben vaak toch moeite met het afvoeren van allerlei rommel (witvuil etc)? Ook kan er dan gemakkelijk wat urine in de schede komen. Met een open cervix kan het milieu in de baarmoeder ook zodanig ongunstig worden dat ze moeilijk drachtig worden? Ik begrijp derhalve ook niet dat zo’n kromme stier als Heihoeve Arnold zo’n hoge DU heeft. Is een topper in oplopende en erg smalle kruizen! En die voorhand: die is zo weinig dat de dochters de voorbenen kruislings hebben staan. En dat was ook nog een stiervader!!
09 februari 2016 (CRV) Schreef:
Beste Peter, oplopende kruizen kunnen er inderdaad voor zorgen dat een koe zich minder snel of goed opschoont na afkalven. In die zin kun je ook aannemen wanneer het milieu in een baarmoeder niet in orde is, dat de koe slecht drachtig wordt. Helemaal juist. Maar deze stelling gaat niet altijd op. Heihoeve Arnold is een stier die keihard bewijst dat een oplopend kruis ook een goede dochtervruchtbaarheid kan geven. Dat de stier daarbij ook nog smal fokt is weer een ander gegeven. Blijkbaar is een hoge levensduur afhankelijk van meerdere en andere zaken en kun je dit niet alleen herleiden naar kruisligging en/of een smalle koe (zie artikel hierboven). Wat opvalt bij Arnold is juist zijn zeer goede dochtervruchtbaarheid en zijn prima gezondheidskenmerken. Zie bijvoorbeeld naast een goede dochtervruchtbaarheid ook de goede uiergezondheid en de prima score voor klauwgezondheid, en dit zijn de grootste redenen van afvoer op de melkveebedrijven. Omdat Arnold daar voortreffelijk scoort blijven zijn dochters ook lang en probleemloos produceren.
10 februari 2016 (Jan) Schreef:
Als je op de site van Veeteelt kijkt bij de fokkerijgids en dan doorklikt naar specialisten exterieur bij kruisligging dan is de top 3 bij zwartbont Malaga 114 krl 96vbh Nietcove 110 krl 105 vbh Rafael 109 krl 95 vbh oplopend Die-hard 85 krl 106 vbh Sambo 87 krl 105 vbh Gerard 87 krl 99vbh. Het effect van kruisligging op vbh is denkbeeldig, enkel het cijfer dochtervruchtbaarheid geeft zekerheid.
08 februari 2016 (Bart) Schreef:
FANTASY IS EEN STIER DIE UITSTEKEND SCOORT VOOR KRUISLIGGING.. Kruisligging is een optimumkenmerk, wat is dan uitstekend?
09 februari 2016 (CRV) Schreef:
Uitstekend voor een optimumkenmerk is een score rond 100. Fantasy is met een score van 107 te gebruiken als een correctiestier voor oplopende kruisen.
09 februari 2016 (Overmars) Schreef:
En dat bij een oplopend kruis vaker urine in de schede achterblijft is gemakshalve weggeredeneerd …..
10 februari 2016 (Olga Kruidhof) Schreef:
Geachte heer Overmars,
Uw opmerking is terecht. We hebben de blog op dit punt aangescherpt. Het was zeker niet de bedoeling om iets weg te redeneren.