Om te fokken op voerefficiëntie verzamelt CRV cijfers over de voeropname van koeien. De familie Alders uit Overloon is het eerste bedrijf waar de voeropname van de koeien onder praktijkomstandigheden nauwkeurig wordt vastgelegd. ‘Op deze manier verzamelen we veel informatie die handvatten en onderbouwing geeft om efficiëntere koeien te fokken.’

Bij het binnenlopen van de stal van de familie Alders in Overloon vallen ze meteen op: de blauwe bakken. Van deze zogenaamde RIC-bakken staan er op het voerpad 20 opgesteld. Genoeg voor een testgroep van 42 koeien, vertelt Willem Alders. ‘Het is de bedoeling dat al onze 240 melkkoeien een paar maanden van hun lactatie in deze testgroep staan.’ Alle voer die de koeien opnemen wordt gewogen in de bakken en zo levert de veestapel betrouwbare data over hun voeropname. Dit gecombineerd met het dagelijks wegen van de koeien en de informatie over hun melkproductie zorgt ervoor dat er duidelijkheid komt over de voerefficiëntie per koe.

Hogere efficiëntie, lagere kosten

‘Deze data gebruiken we om te fokken op voerefficiëntie’, zo geeft Pieter van Goor, foktechnisch specialist bij CRV aan. De verschillen tussen koeien en dus ook tussen stieren zijn groot. Daarmee valt er winst te halen in de fokkerij. ‘Via fokkerij is er een kostprijsbesparing tot 2 cent per liter melk mogelijk door efficiëntere koeien te melken, dat betekent voor een bedrijf een enorme kostenbesparing. De veestapel van de familie Alders is één van de bronnen voor data rondom voeropname. Ook op Dairy Campus, De Schothorst Feed Research, Trouw Nutrition en Wageningen Livestock Research hangen de RIC-bakken en die informatie verzamelt en verwerkt CRV. ‘Eigenlijk werken we vooral op gevoel en emotie, terwijl de voeding wel ongeveer de helft van de kosten bij de koeien bedraagt. Op deze manier bekomen we een onderbouwing van voerefficiëntie met harde cijfers.’
(lees verder onder de foto)

Pieter van Goor (CRV) en Willem Alders zijn betrokken bij het verzamelen van voeropnamecijfers

Van 45 tot 75 kilo

Dat het verschil in voeropname enorm is, kon Willem op basis van de eerste cijfers meteen vaststellen. ‘Het varieert van 45 kilo van een jong afgekalfde vaars tot wel 75 kilo voeropname bij een oudere koe.’ Met een zelfrijdende voermengwagen brengen ze het rantsoen van gras, mais, tarwegistconcentraat, sojahullen en een krachtvoer-mineralenmengsel in de bakken. In de testgroep lopen koeien die tussen 90 en 150 lactatiedagen zijn. ‘Die blijven daar ongeveer twee maanden. Dat is lang genoeg om een betrouwbare inschatting te maken over de voeropname over de hele lactatie. Daarna wisselen we met andere koeien’, aldus Willem die toevoegt dat ook de water opname gemonitord wordt. ‘Dat kunnen we vrij eenvoudig meenemen en we zijn ook wel heel nieuwsgierig wat dat per koe betekent.’